Op weg naar een praktijkvisie

Terug naar achtergronden  

 

Lisa Bradenburg

Lisa Bradenburg

Op weg naar een praktijkvisie1

Leraren en aanstaande leraren zijn meesters in het verzamelen van kennis, ook kennis over onderwijs. Om te beginnen vullen ze met die laatste soort kennis al een koffer vol ervaringen vanuit hun eigen schoolse verleden. Vervolgens laten ze zich tijdens opleiding en nascholing vollopen met theorie en met kennis van de praktijk. Daarnaast plukken ze nogal wat van internet en (digitale) kranten, gaan bij collega’s te rade en laten zich soms inspireren op conferenties en beurzen zoals de NOT. Ze smeden al dat ruwe materiaal tot onderwijs dat bij hen past.

Wat hier aangeduid wordt als ‘ruw materiaal’, is in de onderwijskundige literatuur terug te vinden als ‘praktijkkennis’, bijvoorbeeld bij Verloop & Lowyck (2003)2. Praktijkkennis betekent volgens hen: kennis die ingezet wordt in de praktijk. Die kennis kan zowel voortkomen uit theoretische bronnen als uit ervaringen van de werkvloer. Bij Verloop & Lowyck gaat het bovendien om een breed scala aan ‘cognities’:
In de aanduiding ‘praktijkkennis’ wordt de term ‘kennis’ als een containerbegrip gebruikt voor alle docentcognities, dus niet alleen voor bewuste en expliciete kennis, maar evenzeer voor opvattingen, intuïties, emoties, impliciete noties, et cetera. Eén van de overwegingen daarbij is dat deze cognities in zijn totaliteit richting geven aan het handelen …… “ (par. 5.3.3).
Als het richting geven doet vermoeden dat de (aanstaande) leraar op weg is naar een veelomvattend of bijzonder inzicht3, dan spreken we van een ontluikende praktijkvisie.

Sol biedt daarvoor een aantrekkelijk, innovatief kader waarbinnen rijping van praktijvisies in kleine stappen mogelijk is. Het is voor (aankomende) leraren immers niet al te moeilijk om aan het groeiend ambachtelijk meesterschap speelse en ludieke elementen toe te voegen en die ook vorm te geven in de onderwijspraktijk. Een volgende stap zou kunnen zijn om sol-aktiviteiten als een rode draad door het onderwijsprogramma heen te weven en de eigen rol mee te laten groeien. Aan de horizon lonkt uiteindelijk het perspectief van de klas als onderzoeksgemeenschap met de leraar als Homo Ludens.

 

Verwijzingen:
1 Zie verder: Prinsen, Leo & Wieke Bosch. (2011). Speels en onderzoekend leren, leiddraad voor de professionele ontwikkeling van leraren en basis voor innovatie van binnenuit. In: van der Aalsvoort, G. M. ‘Van spelen tot serious gaming’ (hoofdstuk 8), Leuven/Den Haag, Acco. Een gedeelte van de tekst is hieruit overgenomen.
2 Verloop, Nico & Joost Lowyck (red.) (2003). Onderwijskunde. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff.
3 Zie de omschrijving van het begrip ‘visie’ in ‘de Dikke van Dale’ (1992, p. 3410).